FILM & TELEVISIE
ENDEMOL | STUDIO 100 | HEARTMADE MEDIA
Na het succesvol afronden van mijn opleiding aan de Nederlandse Film en Televisie Academie in Amsterdam, begon mijn carrière bij Endemol. Ondanks mijn diploma geheel onderaan in de hiërarchie, als assistent-opnameleider bij Goede Tijden, Slechte Tijden. Vijftien jaar later eindigde ik al als producent.
Als assistent krijg je een aardig inzicht in wat er nodig is om dagelijks twintig scenes -of meer- op te nemen. En je ziet wat de kleine en grote factoren zijn die de productie beïnvloeden. Hoe bepalend de sfeer in de make-up is. Wat acteurs nodig hebben om met het juiste gevoel in de studio te verschijnen. Welke decorstukken makkelijk werken. Wat een efficiënte indeling van een studio is. Wat de meest voorkomende problemen voor camera-, geluid- en lichtmensen zijn en hoe je die kan oplossen. Welke zaken tijd kosten en waarom. En wat je kunt doen om dat te ondervangen.
Als opnameleider waren structuur, vooruitdenken en duidelijkheid voor mij de basis om zowel tempo te houden, als rust te creëren. Het adagium “spoed bestaat niet, want alles is spoed” klinkt cruijffiaans, maar betekent vooral dat alles rond de opnames gericht moet zijn op efficiëntie en snelheid, zonder een dat er een gevoel van haast heerst.
Herhalende, vaste structuren van doorloop naar opname zorgen ervoor dat iedereen weet wat hij moet doen, op welk moment. Dat maakt ieder tot een volwaardig onderdeel van het proces, wat de sfeer op de set zeer ten goede komt. Een ontspanning die doorwerkt in de scenes.
Want vrijwel altijd geldt: hoe beter de sfeer, hoe leuker de scenes.
Tussen 1996 en 2010 regisseerde ik vele honderden afleveringen van zowel GTST als Onderweg Naar Morgen. Hier ontwikkelde ik me verder op het vlak van voorbereiding, organisatie en communicatie - de pijlers waarop alles rust.
Soap is een “door dialoog verteld verhaal” en er wordt in de meeste scenes inderdaad veel gepraat. Men is verliefd, of boos, verdrietig, opgewonden, jaloers, optimistisch, wraakzuchtig, teleurgesteld, enzovoort en men wisselt hier uitgebreid over van gedachten. Aan alle betrokkenen de taak om het interessant te houden, de kijker te laten meeleven en steeds het dramatische punt van de scene over het voetlicht te brengen.
Voor mij als regisseur gold: wat de verhaallijn ook is, hoezeer deze ook is uitgesponnen, hoe vergezocht of onlogisch de gebeurtenis ook: je moet de situatie (uiteindelijk) serieus nemen en altijd streven naar een geloofwaardige, dramatische vertelling. Het verhaalstapje, de verrassing, de emotie: in elke scene moet je het laten zien, spel en beeld op elkaar afstemmen, het verhaal vertellen.
En wanneer je duizenden scenes opneemt, komt er in de loop der jaren een scala aan bijzondere situaties, heftige emoties en onverwachte acties voorbij. Overspel, ontvoering, ongelukken, geestverschijningen, moord, brand, euthanasie, verkrachting (altijd om acht uur ’s ochtend gepland natuurlijk), huwelijksfeesten, schietpartijen, schietpartijen op huwelijksfeesten, vechtpartijen, liefde en haat op tropische locaties, bizarre cliffhangers, elektrocutie, prostitutie, verslavingen, nachtmerries. En alles wat ik vergeten ben.
Een superleuke ervaring natuurlijk. En je steekt er nog wat van op ook.
De modus operandi die ik me in die jaren eigen heb gemaakt, is inmiddels verder fijn geslepen, maar min of meer onveranderd. In het kort: overzicht van de verhaallijn en spanningsboog per blok en aflevering, analyse van de scene, doelen van de personages koppelen aan actieve werkwoorden, omslagpunt vaststellen, mise-en-scene en beeldvertelling bepalen.
Onder het kopje “werkwijze” is desgewenst wat meer over mijn aanpak te lezen.
Wat leer je nog meer als regisseur op een soapset? Eerst en vooral: werken onder tijdsdruk en getting the job done: aan het eind van de dag moet alles erop staan. Punt.
Verder: duidelijk en (vooral!) bondig zijn over de inhoud en het doel van de scene. In zeer korte tijd een doorloop organiseren. Speelbare, concrete en uitdagende aanwijzingen geven aan acteurs. Slimme camerastandpunten kiezen. Gebruik maken van de lichtsituatie om snel te kunnen werken met het beste resultaat. Tijdig doorschakelen naar plan B als iets niet werkt. Omgaan met tegenvallers, grote en kleine ego’s en ieders onzekerheden, terwijl de trein doordendert.
En de belangrijkste lessen: creëer een team waarin ieder zich gezien en gewaardeerd voelt en zorg dat het leuk blijft. Als je zestig uur per week in een donkere studio op elkaars lip zit, helpt het als het gezellig is en er regelmatig wat te lachen valt.
In de laatste jaren werd ik uitvoerend / creative producer bij zowel ONM als GTST. In die functie heb me beziggehouden met het schrijfproces, casting, vormgeving, regisseursbegeleiding, zendercontact etc. Alhoewel het creatieve deel van de functie interessant was, ben ik geen “zakelijk” persoon en heb ik niet de ambitie om producent te zijn. Regisseren is en blijft mijn hobby en mijn vak.
In 2010 leidde mijn voorliefde voor mysterie en magische realisme me naar het Belgische Studio 100. Daar kreeg ik de kans om wat filmischer, veelal op locatie, aan mijn favoriete genres te werken: fantasy, SF, horror, thriller, mystery. Weliswaar op jeugdniveau, maar dat mocht de pret zeker niet drukken.
Vanaf hier schakel ik over naar de “we” vorm, omdat mijn werk niet los te zien is van dat van het creatieve en technische team waar ik onderdeel van uitmaakte. (Daarvoor misschien ook al niet, maar goed). Als creative director kon ik me bij Studio 100 meer inzetten op het gebied van conceptontwikkeling, casting, decor, look and feel, scenario etc.
Na het spookachtige “Anubis” maakten we de sciencefiction serie “Galaxy Park”. De reeks werd gedraaid in een grote exterieur set: een retro-scifi vakantiepark in de Ardennen, gecombineerd met interieur studiosets. Op het gebied van visuele effecten konden we, na de duistere magie van Anubis, verdere stappen zetten met elementen als buitenaardse bezoekers, ruimteschepen, portalen en een alien met telepathische krachten.
De rol van Guy Meel van Pluspunt bij de montage en het maken van de VFX werd vanaf dit moment steeds belangrijker. Het begin van een lange, fijne samenwerking.
Intussen ontwikkelden we de serie "Ghost Rockers", over een bandje dat op paranormale wijze liedjes met verborgen boodschappen doorkrijgt. De hoofdlocatie, een Fame-achtige school, werd opgebouwd in een oud bedrijfspand in Antwerpen, waar we het programma geheel op locatie opnamen. Muziek, zang, dans en veel spannende speurtochten door de stad waren de hoofdingrediënten van de succesvolle reeks.
De serie en de band werden zeer populair, wat leidde tot vier TV-seizoenen, eigen singles en optredens, internationale verkoop en een bekroonde speelfilm.
De tomeloze inzet van cameraman/DOP Kristof de Wit om steeds het beste te willen maken, zijn ideeën, lichtplannen en vooral zijn energieke, creatieve en doeltreffende camerawerk heeft in hoge mate bijgedragen aan de uitstraling en het succes van Ghost Rockers.
De fantasy-serie “Nachtwacht” werd -ook weer intussen- ontwikkeld en opgezet. De reeks over drie mythologische wezens in mensengedaante die jagen op monsters uit de Onderwereld, speelt zich af in een sprookjesachtig verleden en werd opgenomen in West-Vlaanderen. Een schilderachtige omgeving waar de tijd hier en daar lijkt te hebben stilgestaan.
Deze combinatie van fantasy en “horror” was iets waar ik altijd al van gedroomd had en het was bij uitstek een programma waar ik qua vorm en inhoud veel mee kon. Elke aflevering een nieuw wezen (the monster of the week!) met een eigen achtergrond, uiterlijk en specifieke krachten. Wat wil je nog meer?
Transformaties, magische krachten, verlaten burchten, mistige wouden en spookachtige spanning afgewisseld met humor waren vaste onderdelen van het recept. Maar de belangrijkste ingrediënten waren cast en crew, vanwege hun beleving, inzet en plezier tijdens het maken.
DOP Herman Wolfs wist als een echte magiër- samen met tovenaars-assistent Alain Jongen als best boy- met beperkte middelen de reeks een filmische production value mee te geven. Ook de (special) make-up en styling departementen verrichten wonderen in de beschikbare tijd en met een bescheiden budget.
De benodigde hoeveelheid VFX van Guy Meel nam flink toe, waarbij we -al doende lerend- zoveel mogelijk praktische, on-set effecten probeerden te combineren met After Effects en Cinema 4D. Ook zetten we in de loop van deze reeks de eerste, voorzichtige stappen in de wereld van Unreal Engine en de virtual production studio, resulterend in scenes in een volledige Unreal omgeving in de laatste Nachtwachtfilm. Over mijn ervaring met VFX en Unreal is desgewenst wat meer te lezen onder het kopje “werkwijze”.
De reeks werd een van de grootste successen van Studio 100, resulterend in vijf TV seizoenen, drie speelfilms en een nog altijd voortdurende populariteit.
Na het Duitstalige “Hotel 13”, een kortlopende serie over tijdreizen voor de internationale markt, creëerden we de serie “Game Keepers”. Een scfi-fantasy reeks, waarin de twee helden iedere aflevering in een virtuele wereld terechtkomen om daar een game op leven en dood te spelen.
De vormgeving van de verschillende arena’s was hier de grootste uitdaging. We kozen veel voor bijzondere locaties, gecombineerd met praktische en virtuele elementen. Daarnaast zijn we verder gegaan met Unreal Engine in combinatie met greenkey opnames, om -zo nodig- volledig virtuele omgevingen en tegenstanders te creëren.
Voor de actiescenes maakten we veelal gebruik van drones, Ronin, GoPro etc. om de shots vaart en ruimte te geven.
Uiteraard heb ik met duivels genoegen enkele afleveringen met horrorgames toegevoegd: het bloed kruipt…
De reeks liep vier seizoenen en werd internationaal verkocht.
Na 13 jaar bij Studio 100 werd ik door het Belgische Heartmade Media gevraagd om te helpen de telenovelle 'Milo' op te zetten en een aantal afleveringen te regisseren. Zo kon ik mijn kennis van het maken van dagelijks studiodrama inzetten, weer eens volwassenentelevisie te maken en gebruik maken van de bij Ghost Rockers opgedane ervaringen met zang en dans.
In samenwerking met DOP Herman Wolfs (en de bijdragen van vele anderen natuurlijk) werd de specifieke “look and feel” voor deze muzikale reeks bepaald en kwam de vormgeving tot stand: decorontwerp, kleurgebruik, lichtsferen, gebruik van practicals etc.
De inhoud van de scripts en de manier waarop we de reeks in beeld wilden brengen vormden de basis voor de beslissingen, gecombineerd met onze inzichten om praktisch en vlot te kunnen werken.
Daarnaast kon ik inhoudelijk bijdragen met scriptadvies en het vervaardigen van uitgebreide karakterdossiers. De ervaring leert dat een gestructureerde omschrijving van personages duidelijkheid schept voor alle betrokkenen, in alle fases van het productieproces. Van schrijven tot casten, styling, rolinvulling door acteurs en regie.
Ik werk op basis van “The Emotional Toolbox” – waarover desgewenst meer te lezen is onder het kopje “werkwijze”.
Fungerend als studioregisseur bemerkte ik opnieuw het belang van een ervaren crew, geolied functionerende departementen en de duidelijke structuren die nodig zijn om op de juiste wijze dagelijks drama te maken. Vanwege verschil van inzicht daarover moest ik helaas besluiten de samenwerking te beëindigen. De reeks is gelukkig succesvol, mede vanwege de onweerstaanbaar energieke hoofdrolspeelster.
Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Mijn diepgewortelde liefde voor mysterie, fantasy, science fiction en horror blijft onveranderd, maar ik hoop mijn oeuvre verder uit te breiden, met name op het gebied van volwassenen tv en film.
Favoriete genres zijn leuk, intelligente en verrassende scripts zijn nog leuker.
FILM & TELEVISIE
ENDEMOL | STUDIO 100 | HEARTMADE MEDIA
Na het succesvol afronden van mijn opleiding aan de Nederlandse Film en Televisie Academie in Amsterdam, begon mijn carrière bij Endemol. Ondanks mijn diploma geheel onderaan in de hiërarchie, als assistent-opnameleider bij Goede Tijden, Slechte Tijden. Vijftien jaar later eindigde ik al als producent.
Als assistent krijg je een aardig inzicht in wat er nodig is om dagelijks twintig scenes -of meer- op te nemen. En je ziet wat de kleine en grote factoren zijn die de productie beïnvloeden. Hoe bepalend de sfeer in de make-up is. Wat acteurs nodig hebben om met het juiste gevoel in de studio te verschijnen. Welke decorstukken makkelijk werken. Wat een efficiënte indeling van een studio is. Wat de meest voorkomende problemen voor camera-, geluid- en lichtmensen zijn en hoe je die kan oplossen. Welke zaken tijd kosten en waarom. En wat je kunt doen om dat te ondervangen.
Als opnameleider waren structuur, vooruitdenken en duidelijkheid voor mij de basis om zowel tempo te houden, als rust te creëren. Het adagium “spoed bestaat niet, want alles is spoed” klinkt cruijffiaans, maar betekent vooral dat alles rond de opnames gericht moet zijn op efficiëntie en snelheid, zonder een dat er een gevoel van haast heerst.
Herhalende, vaste structuren van doorloop naar opname zorgen ervoor dat iedereen weet wat hij moet doen, op welk moment. Dat maakt ieder tot een volwaardig onderdeel van het proces, wat de sfeer op de set zeer ten goede komt. Een ontspanning die doorwerkt in de scenes.
Want vrijwel altijd geldt: hoe beter de sfeer, hoe leuker de scenes.
Tussen 1996 en 2010 regisseerde ik vele honderden afleveringen van zowel GTST als Onderweg Naar Morgen. Hier ontwikkelde ik me verder op het vlak van voorbereiding, organisatie en communicatie - de pijlers waarop alles rust.
Soap is een “door dialoog verteld verhaal” en er wordt in de meeste scenes inderdaad veel gepraat. Men is verliefd, of boos, verdrietig, opgewonden, jaloers, optimistisch, wraakzuchtig, teleurgesteld, enzovoort en men wisselt hier uitgebreid over van gedachten. Aan alle betrokkenen de taak om het interessant te houden, de kijker te laten meeleven en steeds het dramatische punt van de scene over het voetlicht te brengen.
Voor mij als regisseur gold: wat de verhaallijn ook is, hoezeer deze ook is uitgesponnen, hoe vergezocht of onlogisch de gebeurtenis ook: je moet de situatie (uiteindelijk) serieus nemen en altijd streven naar een geloofwaardige, dramatische vertelling. Het verhaalstapje, de verrassing, de emotie: in elke scene moet je het laten zien, spel en beeld op elkaar afstemmen, het verhaal vertellen.
En wanneer je duizenden scenes opneemt, komt er in de loop der jaren een scala aan bijzondere situaties, heftige emoties en onverwachte acties voorbij. Overspel, ontvoering, ongelukken, geestverschijningen, moord, brand, euthanasie, verkrachting (altijd om acht uur ’s ochtend gepland natuurlijk), huwelijksfeesten, schietpartijen, schietpartijen op huwelijksfeesten, vechtpartijen, liefde en haat op tropische locaties, bizarre cliffhangers, elektrocutie, prostitutie, verslavingen, nachtmerries. En alles wat ik vergeten ben.
Een superleuke ervaring natuurlijk. En je steekt er nog wat van op ook.
De modus operandi die ik me in die jaren eigen heb gemaakt, is inmiddels verder fijn geslepen, maar min of meer onveranderd. In het kort: overzicht van de verhaallijn en spanningsboog per blok en aflevering, analyse van de scene, doelen van de personages koppelen aan actieve werkwoorden, omslagpunt vaststellen, mise-en-scene en beeldvertelling bepalen.
Onder het kopje “werkwijze” is desgewenst wat meer over mijn aanpak te lezen.
Wat leer je nog meer als regisseur op een soapset? Eerst en vooral: werken onder tijdsdruk en getting the job done: aan het eind van de dag moet alles erop staan. Punt.
Verder: duidelijk en (vooral!) bondig zijn over de inhoud en het doel van de scene. In zeer korte tijd een doorloop organiseren. Speelbare, concrete en uitdagende aanwijzingen geven aan acteurs. Slimme camerastandpunten kiezen. Gebruik maken van de lichtsituatie om snel te kunnen werken met het beste resultaat. Tijdig doorschakelen naar plan B als iets niet werkt. Omgaan met tegenvallers, grote en kleine ego’s en ieders onzekerheden, terwijl de trein doordendert.
En de belangrijkste lessen: creëer een team waarin ieder zich gezien en gewaardeerd voelt en zorg dat het leuk blijft. Als je zestig uur per week in een donkere studio op elkaars lip zit, helpt het als het gezellig is en er regelmatig wat te lachen valt.
In de laatste jaren werd ik uitvoerend / creative producer bij zowel ONM als GTST. In die functie heb me beziggehouden met het schrijfproces, casting, vormgeving, regisseursbegeleiding, zendercontact etc. Alhoewel het creatieve deel van de functie interessant was, ben ik geen “zakelijk” persoon en heb ik niet de ambitie om producent te zijn. Regisseren is en blijft mijn hobby en mijn vak.
In 2010 leidde mijn voorliefde voor mysterie en magische realisme me naar het Belgische Studio 100. Daar kreeg ik de kans om wat filmischer, veelal op locatie, aan mijn favoriete genres te werken: fantasy, SF, horror, thriller, mystery. Weliswaar op jeugdniveau, maar dat mocht de pret zeker niet drukken.
Vanaf hier schakel ik over naar de “we” vorm, omdat mijn werk niet los te zien is van dat van het creatieve en technische team waar ik onderdeel van uitmaakte. (Daarvoor misschien ook al niet, maar goed). Als creative director kon ik me bij Studio 100 meer inzetten op het gebied van conceptontwikkeling, casting, decor, look and feel, scenario etc.
Na het spookachtige “Anubis” maakten we de sciencefiction serie “Galaxy Park”. De reeks werd gedraaid in een grote exterieur set: een retro-scifi vakantiepark in de Ardennen, gecombineerd met interieur studiosets. Op het gebied van visuele effecten konden we, na de duistere magie van Anubis, verdere stappen zetten met elementen als buitenaardse bezoekers, ruimteschepen, portalen en een alien met telepathische krachten.
De rol van Guy Meel van Pluspunt bij de montage en het maken van de VFX werd vanaf dit moment steeds belangrijker. Het begin van een lange, fijne samenwerking.
Intussen ontwikkelden we de serie "Ghost Rockers", over een bandje dat op paranormale wijze liedjes met verborgen boodschappen doorkrijgt. De hoofdlocatie, een Fame-achtige school, werd opgebouwd in een oud bedrijfspand in Antwerpen, waar we het programma geheel op locatie opnamen. Muziek, zang, dans en veel spannende speurtochten door de stad waren de hoofdingrediënten van de succesvolle reeks.
De serie en de band werden zeer populair, wat leidde tot vier TV-seizoenen, eigen singles en optredens, internationale verkoop en een bekroonde speelfilm.
De tomeloze inzet van cameraman/DOP Kristof de Wit om steeds het beste te willen maken, zijn ideeën, lichtplannen en vooral zijn energieke, creatieve en doeltreffende camerawerk heeft in hoge mate bijgedragen aan de uitstraling en het succes van Ghost Rockers.
De fantasy-serie “Nachtwacht” werd -ook weer intussen- ontwikkeld en opgezet. De reeks over drie mythologische wezens in mensengedaante die jagen op monsters uit de Onderwereld, speelt zich af in een sprookjesachtig verleden en werd opgenomen in West-Vlaanderen. Een schilderachtige omgeving waar de tijd hier en daar lijkt te hebben stilgestaan.
Deze combinatie van fantasy en “horror” was iets waar ik altijd al van gedroomd had en het was bij uitstek een programma waar ik qua vorm en inhoud veel mee kon. Elke aflevering een nieuw wezen (the monster of the week!) met een eigen achtergrond, uiterlijk en specifieke krachten. Wat wil je nog meer?
Transformaties, magische krachten, verlaten burchten, mistige wouden en spookachtige spanning afgewisseld met humor waren vaste onderdelen van het recept. Maar de belangrijkste ingrediënten waren cast en crew, vanwege hun beleving, inzet en plezier tijdens het maken.
DOP Herman Wolfs wist als een echte magiër- samen met tovenaars-assistent Alain Jongen als best boy- met beperkte middelen de reeks een filmische production value mee te geven. Ook de (special) make-up en styling departementen verrichten wonderen in de beschikbare tijd en met een bescheiden budget.
De benodigde hoeveelheid VFX van Guy Meel nam flink toe, waarbij we -al doende lerend- zoveel mogelijk praktische, on-set effecten probeerden te combineren met After Effects en Cinema 4D. Ook zetten we in de loop van deze reeks de eerste, voorzichtige stappen in de wereld van Unreal Engine en de virtual production studio, resulterend in scenes in een volledige Unreal omgeving in de laatste Nachtwachtfilm. Over mijn ervaring met VFX en Unreal is desgewenst wat meer te lezen onder het kopje “werkwijze”.
De reeks werd een van de grootste successen van Studio 100, resulterend in vijf TV seizoenen, drie speelfilms en een nog altijd voortdurende populariteit.
Na het Duitstalige “Hotel 13”, een kortlopende serie over tijdreizen voor de internationale markt, creëerden we de serie “Game Keepers”. Een scfi-fantasy reeks, waarin de twee helden iedere aflevering in een virtuele wereld terechtkomen om daar een game op leven en dood te spelen.
De vormgeving van de verschillende arena’s was hier de grootste uitdaging. We kozen veel voor bijzondere locaties, gecombineerd met praktische en virtuele elementen. Daarnaast zijn we verder gegaan met Unreal Engine in combinatie met greenkey opnames, om -zo nodig- volledig virtuele omgevingen en tegenstanders te creëren.
Voor de actiescenes maakten we veelal gebruik van drones, Ronin, GoPro etc. om de shots vaart en ruimte te geven.
Uiteraard heb ik met duivels genoegen enkele afleveringen met horrorgames toegevoegd: het bloed kruipt…
De reeks liep vier seizoenen en werd internationaal verkocht.
Na 13 jaar bij Studio 100 werd ik door het Belgische Heartmade Media gevraagd om te helpen de telenovelle 'Milo' op te zetten en een aantal afleveringen te regisseren. Zo kon ik mijn kennis van het maken van dagelijks studiodrama inzetten, weer eens volwassenentelevisie te maken en gebruik maken van de bij Ghost Rockers opgedane ervaringen met zang en dans.
In samenwerking met DOP Herman Wolfs (en de bijdragen van vele anderen natuurlijk) werd de specifieke “look and feel” voor deze muzikale reeks bepaald en kwam de vormgeving tot stand: decorontwerp, kleurgebruik, lichtsferen, gebruik van practicals etc.
De inhoud van de scripts en de manier waarop we de reeks in beeld wilden brengen vormden de basis voor de beslissingen, gecombineerd met onze inzichten om praktisch en vlot te kunnen werken.
Daarnaast kon ik inhoudelijk bijdragen met scriptadvies en het vervaardigen van uitgebreide karakterdossiers. De ervaring leert dat een gestructureerde omschrijving van personages duidelijkheid schept voor alle betrokkenen, in alle fases van het productieproces. Van schrijven tot casten, styling, rolinvulling door acteurs en regie.
Ik werk op basis van “The Emotional Toolbox” – waarover desgewenst meer te lezen is onder het kopje “werkwijze”.
Fungerend als studioregisseur bemerkte ik opnieuw het belang van een ervaren crew, geolied functionerende departementen en de duidelijke structuren die nodig zijn om op de juiste wijze dagelijks drama te maken. Vanwege verschil van inzicht daarover moest ik helaas besluiten de samenwerking te beëindigen.
De reeks is gelukkig succesvol, mede vanwege de onweerstaanbaar energieke hoofdrolspeelster.
Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Mijn diepgewortelde liefde voor mysterie, fantasy, science fiction en horror blijft onveranderd, maar ik hoop mijn oeuvre verder uit te breiden, met name op het gebied van volwassenen tv en film.
Favoriete genres zijn leuk, intelligente en verrassende scripts zijn nog leuker.
De film "Ghost Rockers, Voor Altijd?"
wint Ensor voor beste kinder- en jeugdfilm (2017)
De derde Nachtwacht-film "De Dag van de Bloedmaan"
wint de Ensor Box Office Award (2022)
WERKWIJZE & WERKPLEZIER
Kort gezegd...
...probeer ik techniek, kennis en ervaring te combineren met emotie, creativiteit en intuïtie, om gezamenlijk het best mogelijke drama te maken.
Dat klinkt wat hoogdravend, maar dat is simpelweg het doel onder alle omstandigheden. Of het nu gaat om dagelijks televisiedrama of een speelfilm,
binnen ieder kader kun en moet je streven naar een optimaal resultaat.
Praktisch
Mijn carrière kenmerkt zich door opdrachten van productiemaatschappijen, voornamelijk gericht op het creëren van programma's voor televisiezenders. Altijd binnen bepaalde kaders, die meestal bestaan uit beperkingen in tijd en materiaal. De kunst ligt in het optimaliseren binnen deze grenzen.
Een solide voorbereiding, leidend tot een heldere structuur, vormt daarbij de sleutel tot succes. Standpunten, lichtsituaties, camerabewegingen, mise-en-scenes - alles kan op elkaar worden afgestemd om het vlotste, mooiste en best werkbare resultaat te behalen, binnen de mogelijkheden.
Ik geloof sterk in duidelijkheid, daadkracht en vertrouwen in elkaar. Een uitgebreide uitleg kan vrijwel altijd vermeden worden. De intelligente bijdrage van elk teamlid is van onschatbare waarde en draagt bij aan het gezamenlijke succes op de set.
Last but not least: plezier. Een heldere structuur en open communicatie creëren een omgeving waarin iedereen zijn of haar taken optimaal kan uitvoeren. Dit resulteert in ontspanning en werkplezier. En een goede sfeer is altijd voelbaar in het eindresultaat. Een plezierige sfeer op de set is niet alleen onontbeerlijk; het maakt het werk voor iedereen des te leuker.
Kort gezegd...
...probeer ik techniek, kennis en ervaring te combineren met emotie, creativiteit en intuïtie, om gezamenlijk het best mogelijke drama te maken.
Dat klinkt wat hoogdravend, maar dat is simpelweg het doel onder alle omstandigheden. Of het nu gaat om dagelijks televisiedrama of een speelfilm,
binnen ieder kader kun en moet je streven naar een optimaal resultaat.
Praktisch
Mijn carrière kenmerkt zich door opdrachten van productiemaatschappijen, voornamelijk gericht op het creëren van programma's voor televisiezenders. Altijd binnen bepaalde kaders, die meestal bestaan uit beperkingen in tijd en materiaal. De kunst ligt in het optimaliseren binnen deze grenzen.
Een solide voorbereiding, leidend tot een heldere structuur, vormt daarbij de sleutel tot succes. Standpunten, lichtsituaties, camerabewegingen, mise-en-scenes - alles kan op elkaar worden afgestemd om het vlotste, mooiste en best werkbare resultaat te behalen, binnen de mogelijkheden.
Ik geloof sterk in duidelijkheid, daadkracht en vertrouwen in elkaar. Een uitgebreide uitleg kan vrijwel altijd vermeden worden. De intelligente bijdrage van elk teamlid is van onschatbare waarde en draagt bij aan het gezamenlijke succes op de set.
Last but not least: plezier. Een heldere structuur en open communicatie creëren een omgeving waarin iedereen zijn of haar taken optimaal kan uitvoeren. Dit resulteert in ontspanning en werkplezier. En een goede sfeer is altijd voelbaar in het eindresultaat. Een plezierige sfeer op de set is niet alleen onontbeerlijk; het maakt het werk voor iedereen des te leuker.